Labels

(Foto: DS)

Hij won ‘The voice’, en vertikte het nadien drie jaar lang om een album uit te brengen: Glenn Claes moest en zou zijn stempel drukken. En daar had hij veel voor veil: hij gaf er zelfs zijn royalty’s voor op. Vanavond stelt hij zijn album live voor. (8 december '15)

Het pad naar de debuutplaat van Glenn Claes (25) was niet minder dan een lijdensweg. Drie jaar nadat hij als sympathieke zingende loodgieter met een drugsverleden The voice van Vlaanderen won, ligt Back where my world began in de winkelrekken. Het werd een plaat die, gesteund door Claes’ raspende stemgeluid, bijwijlen aanleunt bij Ben Howard of Paolo Nutini. Pop met gospel- en bluesinvloeden, en vooral met veel voeten in de aarde, want Claes ging al van bij het begin dwarsliggen. ‘Vlak na The voice zat ik in een vergaderruimte met een hoop mannen in pakken, die wilden dat ik 85 optredens zou doen in de zomer. Allemaal live on tape, echte pensenkermistoestanden. Ik dacht: als je net The voice gewonnen hebt, mag je je stem toch niet wegsteken? Ik heb het uiteindelijk één keer moeten doen, drie dagen na de finale. Daar stond ik dan, met een gitaar waar geen kabel uit komt. Alle respect voor mensen die dat vaker doen, maar ik vond het denigrerend.’

Had je dat niet kunnen verwachten van zo’n talentenjacht?
‘Tja, naast Natalia kwam er nog nooit iets uit zulke wedstrijden. Ik dacht: misschien willen ze het eens anders proberen?’

Vervolgens lapte je ook nog eens het platencontract van Sony aan je laars dat stipuleerde dat je debuut er binnen de drie maanden moest liggen.
‘Hoe moest ik op drie maanden een team samenstellen en een plaat schrijven? Geen nood, zeiden ze: we hebben producers, en we hebben zelfs al liedjes in de schuif liggen. Maar ik wou geen prefabplaat. Toen ben ik bij producer Wim De Wilde terechtgekomen. Daarmee haalde Sony eigenlijk een paard van Troje binnen: hij wou ook vooral een topproduct maken, zonder rekening te houden met deadlines.’

Drie jaar of drie maanden, het is wel een groot verschil.
‘Ik wou niet over één nacht ijs gaan. Het heeft wat tijd gekost om een eigen geluid te ontwikkelen, en om te kunnen vertellen wat ik wilde vertellen – over de relatie met mijn vader, over mijn drugsverleden (acht maanden voor ‘The voice’ werd Claes nog opgenomen voor een cocaïneverslaving, red.). En het opnameproces was ook zwaar: sommige dingen moest ik wel veertig keer opnieuw inzingen, omdat we zochten naar die éne goeie opname.’

Begreep je ‘Voice’-coaches Koen Wauters en Regi Penxten, die vonden dat je ‘een schop onder je kont verdiende’ omdat je zo weinig deed met de kans?
‘Ach, hoe minder je in mij gelooft, hoe harder ik ervoor ga werken. Ik snap het wel: muziek is een business. Voor een popdebuut rollen ze de rode loper uit, maar als je album flopt, steken ze de kurk weer in de fles champagne. Dan neem ik liever mijn tijd om het goed te doen.’

Ben je zelf ook beginnen twijfelen?
‘Ik ben twee of drie keer het vertrouwen serieus verloren, ja. Ik heb thuis een studio met muziekinstrumenten, en ik heb toch vaak gedacht: ik doe er een strik rond en ik zet alles op eBay. Mijn relatie is in die periode ook gestrand, ik sloot me op, en ik vermeed mijn vrienden, om die eeuwige vraag te vermijden: wanneer komt de plaat uit? Mijn goesting was volledig weg.’

Voor iemand die zo graag zijn nummers zelf wou schrijven, staat je naam wel bij weinig nummers gecrediteerd.
‘Voor de duidelijkheid: ik was nooit van plan om de plaat alleen te schrijven. Het is niet simpel om zoiets zelf te maken zonder cheesy te klinken. En het klikte met Lars Van Bambost, Oliver Cole en Wim De Wilde, dus schreven we samen aan de muziek. Dat mijn naam niet bij de songs staat, was een manier om een impasse waarin we verzeild waren op te lossen. Anderhalf jaar geleden ontstond er een discussie over wie nu precies wat geschreven had, om te bepalen wie aanspraak maakte op welk percentage van de auteursrechten. Iedereen begon elkaar met de vinger te wijzen. Bad vibes, man. Dat heeft de plaat veel vertraging opgeleverd. Op den duur zei ik: mannen, verdeel mijn royalty’s maar onder jullie drie. Ik wou gewoon dat mijn album uitkwam. En wees gerust: mijn naam staat misschien niet bij alle nummers, maar ik heb er wel overal mijn input bij kunnen geven. Bovendien: wie koopt er tegenwoordig nog platen? Ik zie dit vooral als springplank: ik moet mijn muziek live gewoon drie keer zo straf kunnen brengen. Dan komt het wel goed.’

Kijk je nu met een bitterzoet gevoel naar andere talentenjachten?
‘Neen. Ik heb zelfs nooit naar The voice gekeken: dat soort programma’s interesseert me eigenlijk niet. Ze draaien gewoon om show. Zo’n Koen Wauters is een heel vriendelijke kerel, maar als de camera’s aan staan, wordt hij een entertainer: eerst is hij normaal aan het praten, en plots vliegt hij uit. Ik heb altijd geprobeerd om gewoon mezelf te blijven, en geen act op te voeren. Entertainen, da’s niets voor mij. Allez, behalve op een podium dan.’ (lacht)

Glenn Claes, ‘Back where my world began’ (**) is nu uit. Te zien in De Roma op 8/12 en in AB op 7/2.